maandag 1 december 2008

maandag 1 december


16u. We tillen een vleesmachine uit de kofferbak. Waar ze die machine gevonden heeft, vraag ik. In een kelder gevonden, zegt Griet, ergens in Limburg. Een Berkel. 'Voor de charcuterie he,' lacht Morrens. MORRENS, DOBBELS & DELVA sinds op de kop af vier uur gespecialiseerd in charcuterie à la carte. Ze beginnen aan het versnijden van een van de rubberslangen van Honoré. Experiment, zien of het werkt. Het werkt. Uit de Berkel vleesmachine rollen kleine ringen, ringen van grijsblauw rubber.
Deborah is met een cutter bezig. Van de tekeningen van Maud snijdt ze het zwart weg. 'We beginnen,' legt Morrens uit, 'met de dingen die we willen versnijden.' Of ze alles versnijden, weten ze niet, zegt hij. Van de tekeningen van Maud blijft alleen het wit. Deborah is met de tanden bezig.




















Ze proberen een ventilator uit. Ook Morrens begint aan het wegsnijden van het zwart. De stapeltjes tekeningen veranderen in een hoop zwartafval. Griet vraagt of we een microgolf hebben. 'Ja, inderdaad, hebben we,' zeg ik, 'het ding staat in Brakel.' Goed, afijn, ze hebben wat dingen nodig, die microgolf is er één van. Griet maakt een boodschappenlijstje:
-mesjes grote
-stofmaskers
-witte pakken x3
-2 stofbrillen
Dat ze het tafeltje van Grégory niet moeten versnijden, zeg ik, want dat tafeltje en het bijhorende stoeltje zijn van Grégory. Nee nee nee, dat waren ze niet van plan, zeggen ze. Het tafeltje fungeert tijdelijk als werktafel. Op het werkblad twee cutters, een aansteker, een blik cola (leeg), twee fluitglazen (leeg), een rol blauwe en een rol transparante tape, een pakje BELGAM 20 en een mail van Morrens aan Dobbels & Delva.

Morrens (grappend): 'Van de Maud Vande Veires maken we Rene Heyvaerts.'

Het gesprek komt op het toneelstuk over Rene Heyvaert. De rol van Rene, legt Morrens uit, wordt door drie mensen gespeeld, een jongeman, de oudere acteur en een dame. Hilarisch, hilarisch. Scherp.
Er is een tolofeentje van Griet, ze is in een speciaalzaak en wil weten wat voor mesjes ze kopen moet.

Het gaat tekening per tekening. Tien bladzijden in één keer is niet de bedoeling. De handeling, daar gaat het om, een andere methodiek is niet aan de orde. Het uitsnijden van de tekeningen, verduidelijkt Peter, verandert elke tekening in een nieuwe tekening.
Griet is terug. Ze plaatst de aankopen op een stoeltje. Dat het koud is, buiten, zegt ze. Deborah van Morrens Dobbels & Delva is met de muur bezig, Peter met een schaar. Morrens Dobbels & Delva FIJNSNIJERIJ. Leveren à la minute. Peter is razend enthusiast over 'Rene', het stuk over Rene Heyvaert. Het scheelt niet veel of hij verandert, verandert... In wat zou iemand als Morrens kunnen veranderen? In een trein die op Vladivostok afstevent. Uit alle ramen steken vlasblonde koppen, koppen als vensterluiken, over de toendra schalt luidkeels het hip hip hoera, 'ho mannen! Vladivostok!' Het schalde reeds toen we Bregenz binnenreden, Bregenz verpulverden, 'ho mannen! Vladivostok!' Schallend weerklonk het toen we Moskou achter ons lieten en de vlasblonde koppen over het holle graan keilden, 'ho mannen! ho! ho! Vladivostok!' En dus stevenen we op Vladivostok af in een omgeving van met werelderfgoed bedreigde landschappen. Het manuele, tekening per tekening. Het heen en weer stappen, Delva, Dobbels en Morrens, Morrens van Morrens Dobbels & Delva, Morrens die niet om een grapje verlegen zit.
'Met een mes in de muur snijen,' merkt Griet op, 'en het mes is kapot.'

Peter zit voor de gaskachel. Een huiselijk tafereel.

Geen opmerkingen: