zaterdag 28 februari 2009

vrijdag 27 februari 2009

vrijdag 27 februari

Telefoon van Robbert. Hij en Frank zijn in New York geweest. Na de middagpauze Steffie. Plaat drie wordt afgewerkt, een plaat met een gat, een gat voor de kachelpijp. Het gesprek komt op Feist en Downs. Sneed Stefaan in z'n vinger. Cathy van Multimediale springt binnen. Eerst hadden ze een logement in Manhattan, vertelt Frank, in het Jazz Youth Hostel. Dan iets aan 54st street, vlakbij 7th Avenue, tussen het Hilton en Moma. Later in hetzelfde gebouw bij een 84-jarige dame die ooit nog de manager van Hughes Jackman geweest was. Het eerste ruitje zit er in. Het dak is ok. Bestuurslid Coene springt binnen. Robbert en Frank vertellen honderduit. Ze kwamen in Brooklyn terecht, 866 Heart Street, gang territory, de Mexicaanse buurt.
Anekdotes. Pas terug van een verre reis leven we nog weken in een roes van stofvrije anekdotes, anekdotes die tegen een stootje kunnen.

Steffie reinigt het plexiglas. Stefaan plaatst de ruitjes.


donderdag 26 februari 2009

donderdag 26 februari

'We zouden de kachel al eens kunnen aansteken,' zegt Steffie. Ze zijn met het dak bezig.

'Is dat dak?' vraag
en antwoord 'Nee,
deur.'
Stefaan vult aan: 'Dat is de deur waar we mee bezig zijn.'
De deur. Ze zijn met de deur bezig. Een lange en smalle deur die in de wand ter linkerzijde komt.
Nu het houten bouwsel bijna af is, werd hier en daar een mankementje zichtbaar.

'Het dak wordt nog wat hoor,' lacht Steffie, 'zet u schrap voor het dak!'

Geen sinecure: het bevestigen van de scharnieren. (twee scharnieren van verzinkt staal - acier zinqué - van het merk SENCYS)
Dus de deur plaatsen, (knelt een beetje, 't scheelt twee millimeter) dan de scharnieren plaatsen, intussen een figuurzaag kopen, een zwart schuifslot en, want misschien net iets te groot, een tweede dat wat kleiner is, twee schuifsloten dus, dan de gaten afwerken waar het plexiglas van de cloche komt.

Stefaan: 'Godverdomme, hebt ge dat nu al geweten, een boor die in twee breekt!' (brak een boortje in twee stukken)
Ik: Een boor die in twee breekt?
Hij: Een boor die in twee breekt.

Het dak komt er aan, de eerste plaat. Maar: er moet 6 centimeter af. 6 centimeter want... En het bovenvlak van de cloche wordt een dakraam dus hebben ze eerst een vierkant uit die houten plaat te snijden.
Karz komt een kijkje nemen en is een ogenblik later al met een beeldhouwwerkje bezig. Stefaan is in z'n nopjes met de figuurzaag, een BOSCH PST 700 PEL (low vibration), met zo'n gerief schiet het op he.

Goed, afijn, de tweede plaat gaat er op. Normaal gesproken heb je daar natuurlijk eerst enkele weken over te theoretiseren, je organiseert debatten, nodigt theoretici en critici uit, stelt een werkgroep samen die twee keer samenkomt en na drie weken tot het besluit komt dat een volgende stap inderdaad de meeste logische is. Zijn ze verbaasd dat het niet opschiet. Hebben ze niets gemerkt van het hele werkproces.

Tuur Delodder en Tim Onderbeke springen binnen. We zijn aan het kubusballen: schoentipsjotten met houten kubusjes. Het gesprek komt op Feist en Geraint Watkins.

woensdag 25 februari 2009

woensdag 25 februari

Onafgewerkt - alleen de achterkant en de korte wand ter rechterzijde staan overeind - heeft het houten kot het karakter van een theaterdecor.

Stefaan is er niet. De muur die vooraan komt is afgewerkt en ligt klaar om gemonteerd te worden. Met de korte wand ter linkerzijde zitten ze halfverwege. Steffie toont een filmpje dat ze gisterenavond nog gemonteerd heeft: as en roet, zagemeel, rondtollende lichtbundels, een figuurtje dalend, een figuurtje stijgend.
Zodra Stefaan weer van de partij is - hij komt van de tandarts - vliegen ze er tegenaan. Thomas Böing (unit 8) betreedt de witte ruimte. Hij en de andere leden van unit 8 hebben een afspraak. Van die andere leden van unit 8 geeft uiteindelijk alleen Hans Demeulenaere present. Ze steken een handje toe.

kort overzicht van het parcours

unit 2... Desacralisatie. Filmpjes. Eentje met, eentje zonder Marina Yee. Het is Marina die op het idee komt om de achterwand pissig roze te maken.
unit 3... Drie aparte ingrepen. Dun raakvlak. Tekeningen, wegwerptoestelletjes, water.
unit 4... Versnippering. Wind. Vrieskelder. In de corridor komt een rommelhok. Ventilatoren. Een waaiende papierzee.
unit 5... Warmte. Een houtkachel, dekens, brood bakken, youtube. Het roze wordt wit geschilderd.
unit 6... Omkering van binnen en buiten. Video, mindmapping. Ze gaan filmen in Sint-Martens-Latem. Een groot deel van de eerder ingebrachte spullen verdwijnt in de stockruimte.

dinsdag 24 februari 2009

dinsdag 24 februari

Stefaan met de vraag of we enveloppes hebben. Ze gaan de wegwerpcamera's die Antoine Van Impe inbracht via E-bay te koop aanbieden.

Ook de andere spullen, misschien.

Steffie is van plan om te filmen. Ze maakt een figuurtje met ijzerdraad, blauwe tape en een stuk hout.
Ik bel bestuurslid Coene. Het totaal van de wegwerpcamera's die Antoine inbracht, komt op 43. Stefaan maakt foto's - een portret van de identiteit van elk toestel: vlekken, inscripties, troep die aan de voor- of achterzijde terecht kwam (de toestelletjes, redeneert hij, hebben hierdoor een specifieke identiteit) - en steekt elk exemplaar in een genummerde enveloppe.

dinsdag 24 februari

maandag 23 februari 2009

maandag 23 februari

Godverdomme, niet om te lachen he, zeiden we, zo'n kachelpijp. Stefaan is met een lintmeter bezig, Steffie kijkt toe. Meten hoe lang en hoe breed het voetstuk is. Hanssens heeft platen geleverd en Stefaan ging om balken, dat waren ze vergeten. Tom Waits walmt uit de speakers. Steffie heeft wat beeldmateriaal naar Daniëlle gestuurd, een foto van de houtkachel. De kachel, dat was zaterdag. Bart had zich bereid verklaard om een handje toe te steken. Hij wist hoe het moest. Ze waren er de ganse namiddag mee bezig, hij en Steffie. Zo'n kachelpijp is niet om te lachen. Bart stond met hoofdbrekens, kon zich niet meteen herinneren hoe ze het gedaan hadden. Het was Gerd die dat wist en Gerd was er niet. Bart zei dat Gerd als een aap op die stelling bezig was geweest. Met ijzerdraad. En het gewicht van die kachelpijp en dat de opening onderaan niet op de kachelbuis steunen mag en het belangrijkste, wat Bart zich niet herinneren kon. Godverdomme, zeiden we.
Stefaan meet het voetstuk, Steffie gaat om broodjes.

Volgens Stefaan moet er 6 centimeter van die platen af. Hij heeft het berekend, uit het blote hoofd, er moet 6 centimeter af.
De situatie is nieuw, zegt hij. 'Ik ben zodanig gewend om alleen te werken...'. Hij en Steffie dat is een blind date he, ze hebben nooit eerder samen gewerkt en van Daniëlle wist hij ook al helemaal niet. Het is een interessant gegeven, redeneert hij, je wordt geconfronteerd met iets waar je in je atelier helemaal nooit mee geconfronteerd wordt: iets dat er al is en een blind date.

Ze gaan aan het werk. Stefaan weet hoe het moet. Balken klaar leggen, platen optillen, gaatjes boren, kortom het begin van wat een houten constructie wordt. Bouwen, ze gaan bouwen, dat is wat ze gaan doen, bouwen. De kachel komt in een houten kot.
Steffie is bezig met een handboor, blaast het zaagsel uit de voegen. De logica, de vanzelfsprekendheid, het gemak van een samenwerkingsverband. Het was niet anders met unit 2, met unit 4 was het niet anders, met unit 5 was het niet anders, niet anders was het met unit 6: een spontane bundeling van krachten, focus. Met twee kan je meer dan alleen. Soms ook omgekeerd: elftal, kudde, stamppot, soep. Veelheid stremt snelle besluitvorming, massa stremt beweging.
Een demonstratie tegen de veelheid... in de kleinste kamer.

Stefaan wijst. '... kunt ge er daar tegen duwen?' (tegen plaat twee bedoelt hij)
Steffie zegt: '... tegen duwen.' (herhaalt ze)
Stefaan: 'Ja, tegen duwen.' Dan plaat aan balkjes vijzen en het voetstuk opmeten. Het is een meter, de lengte van het voetstuk. Negenennegentig en een halve centimeter. Heel even kijken ze elkaar aan, ze bekijken het getal en wat het is: net geen meter. Ze hadden het besluit genomen om het hok niet in de lengte maar dwars op de ruimte te plaatsen. Net geen meter bepaalt de ruimte aan weerszijden van de kachel. In het hok komt de houtkachel als het altaar in een kapel, hoewel dat niet meteen de bedoeling is. In een rovershol of in het bouwvallige hutje van turfstekers zou de kachel wellicht net zo goed op die plek staan, dwars in het hok, dicht tegen een van de korte muren aan zodat het hok zelf voldoende ruimte blijft hebben - ruimte om te staan, om te zitten, om te liggen desnoods. Net voldoende ruimte om op een stoel te zitten, krant lezen, pijpje roken, op de Dewalt afkortzaag strijkt een reiger neer. Je zou er een droogrek kunnen plaatsen, een houten bankje en een boekenrek met delen 1 en 2 van Heimelijke Vreugde. Dus de meest functionele plaats die een houtkachel in zo'n kleine ruimte hebben kan.

De bit-set die we hadden, is versleten. Ik rij om een nieuwe, dit keer de 'universal bit set' van varo, 98 stuks. Stefaan en Steffie werken de houten vloer af. Als dat gebeurd is, beginnen ze aan de muren van het hok. Ze werken stevig door. Stefaan weet hoe je dit soort koterij aanpakken moet. Vaak staat hij gedurende enige ogenblikken strak voor zich uit te kijken en zegt dan: 'zo moet het'. Steffie zet de stukken aan elkaar vast, blaast het zaagsel uit het boorgat, plaatst de boor, duwt. Met de nieuwe bit is 't een makkie.
We halen de cloche uit de stockruimte. Moet je nagaan wat in de stock gedumpt werd... Voor Stefaan en Steffie staat het vast dat ze alle eerder ingebrachte elementen samenbrengen en herinterpreteren. Hoe ze dat gaan doen is voorlopig niet helemaal duidelijk. Wat ze wel al weten is dat ze de cloche in het bouwsel zullen verwerken, dat het ruiten worden, het bovenstuk van de cloche een dakraam, het met velours afgewerkte plankje een vloermat. Steffie haalt de cloche uit elkaar.
De schone kant van de platen komt aan de buitenkant. Aan de binnenkant komt... Je kan niet iets doen zonder het niet te doen. Door het niet te doen besluit je om het toch te doen. Door het toch te doen, deed je niets. Omdat niemand iets deed, gebeurde wat je eerst niet van plan was geweest. Wat vloog viel en kwam in een web van kruimelend stof. Aan de onduidelijke stofdeeltjes blonk licht. Binnen- en buitenkant zijn een en hetzelfde. 't Is als in een menage, (grapt Stefaan) de vrouw beslist.
Het afkorten brengt miserie, een van de planken is schuin afgesneden en moet opnieuw. De miserie is dat de geplande opeenvolging van de vele handelingen een nieuwe volgorde krijgt. Dat alles opnieuw moet, is elementair. Het is elementair en toch hou je er geen rekening mee. Zo is het nu eenmaal.
De balkjes komen aan de buitenkant. Vraag waar de ruiten komen.

zaterdag 7 februari 2009

donderdag 5 februari 2009

woensdag 4 februari 2009

donderdag 4 februari

namiddag

Ze hebben de kachel weggehaald. Het duurt even voor ik ontdek waar het ding staat. Sinds unit 4 zijn er nog wel meer dingen uit het project verdwenen. Die tuinslang van Honoré, om maar een voorbeeld te geven, de wegwerpfototoestellen die Antoine inbracht.

dinsdag 3 februari 2009

dinsdag 3 februari

We rijden naar Sint-Martens Latem. Grégory, Michel en Yannick willen in Sint-Martens Latem filmen. Michel en Yannick hebben dekens om (de dekens van unit 5), Gregory is in oranje werkkiel en tilt een emmer met restanten van unit 5. Z'n oranje kiel zit vol zwarte vlekken en heeft een naam trouwens: Marcel. Ze maken grapjes, hebben geen idee hoe je van Gent naar Latem rijden moet. Er zijn twee routes. Ik neem de pittoreske route, via de watersportbaan, dan Afsnee en de brug over de autosnelweg, heb het traject zo vaak gedaan dat ik er niet eens bij hoef na te denken. We belanden voor het verkeersbord waar Latem begint. De regio is semi-agrarisch, villa's grazen aan de straatkant, 't is een desolate plek. Ze stappen uit, filmen. Wat kan je doen. Grégory torst een emmer met as, Yannick en Michel hebben dekens om, Jerome hanteert de camera. Ze knielen en strooien de as op de openbare weg. We rijden naar het rondpunt en laten de auto's op een parkeerplaats vlakbij een kledingzaak. Wat ze van plan zijn weet ik niet. Wat wil je weten, wat we weten, verdoemenis. Jerome filmt, Yannick, Grégory en Michel stappen over het asfalt. Wat we weten: ze stappen naar het kerkje. Aan het rondpunt knielen ze voor een Porsche. 'Vive la Porsche,' prevelt Michel', 'vive la Porsche, vive la Porsche.' De nummerplaat van de Porsche: CSM427. Een taxushaag bakent de wegrand af. Jerome filmt. Er is de etalage van een juwelierszaak, bijouterie Foulon, en naast de parking van L'Homard Bizarre een kreeft van brons.
We betreden de dorpskern. Hier is nog meer brons. Latem bulkt van het brons. Meesterwerkjes: een kreeft, een zwangere vrouw, het half in de bodem van een weide weggezonken kadaver van een liggend naakt. Op een van de straathoeken vlakbij het kerkje is een ING vestiging. Ook dit is Latem, de banksector is er goed vertegenwoordigd, hier wonen mensen die zich beperken tot het geld dat ze hebben.
Yannick en Michel knielen voor de ingang van De Klokkeput. Klanten verlaten het restaurant, kijken toe, stomverbaasd. Jerome filmt, Grégory stapt heen en weer. Wat verderop is een pastorij.
De dorpskern van Sint-Martens-Latem, met het witte kerkje - en om het kerkje een muur van witte baksteen en de bomen en het gazon en een ING vestiging op een van de straathoeken - wordt gedomineerd door het politiekantoor. Het is een gigantisch bouwsel, witte muren, een postmodern obstakel pats midden de dorpskern. Op het gazon bevindt zich een beeldhouwwerk. Michel gaat op de knieën voor een motor, een Aprilia Classic met donkerblauw koetswerk. Terwijl Yannick en Grégory doorstappen, neemt Michel even de tijd om te knielen voor een in het gazon ingewerkte inscriptie, een verweerd stuk arduin met het karakter van een graftombe waarop de namen vermeld staan van een aantal plaatselijke notabelen. We stappen over het gazon. Het gras is aangedikt met mossen, een sponzig tapijt. Ter linkerzijde, halverwege de trechter, werd een versregel van Karel van de Woestijne aangebracht op de witte muur:
stilte is de stelligheid
die nooit begeeft
Yannick, Grégory en Michel stappen naar de doorgang. Er is een wegje dat linksop tot aan de oever van de Leie gaat. Ze keren op hun passen en knielen voor de versregel van Karel van de Woestijne. La silence, une sureté qui jamais ne succombe. Ze werpen de as, Jerome filmt, we stappen over het dikke mostapijt, passeren het politiekantoor. Een van de functionarissen zit vlakbij het raam, kijkt geamuseerd om.
Aan de andere rand van het dorpsplein is een brons van Karel Van de Woestijne. We stappen naar de Leie. Ze herhalen het ritueel, Yannick en Michel knielen, strooien as, Grégory torst de emmer en geeft commentaar, Jerome staat onder een appelaar, filmt. Appelaars, zwart van de winterse regenbuien, grappige wilgjes, rietvelden, drassige weiden. Een vlok eenden waait over de Leiebocht. Waterhoenen stappen over het weiland aan de andere oever, een dertigtal, ze gaan met z'n allen te water, bootjes van zwart papier met naarstig peddelende pootjes. Yannick en Michel knielen, gooien de as, Jerome filmt, de as tuimelt over het pittoreske landschap.

zondag 1 februari 2009

zondag 1 februari

In Heimelijke vreugde van A. L. Snijders lees ik met mondjesmaat. De stukjes van Snijders - het zijn stukjes die hij voor de weekendeditie van de Deventer Dagblad Combinatie schreef - zijn het product van een fijnzinnig stilist. Op bladzijde 44 (een envoie aan de hoofdredacteur van de Deventer Dagblad Combinatie) citeert hij Man Ray: 'Ik ben niet geïnteresseerd in vakmanschap. Het wemelt in de wereld van vaklui, maar er zijn maar heel weinig handige dromers.' Waar Snijders aan toevoegt dat het geen betoog hoeft dat hij het eens is met Man Ray: 'Daarom heb ik deze opmerking ook in een boekje genoteerd.'
De fuif van gisteravond - 't was niet echt een fuif, we dronken bier, stookten de houtkachel op tot het ding trilde - zorgt voor een trage en moeizame ochtend. Ik lees wat in Heimelijke vreugde en neem de inbox door, aanvankelijk met tegenzin want 't is altijd wat. Geen televisie, geen radio, geen leeg gelepeld dagbladvulsel. Wel herinner ik me dat Judith had gezegd dat we naar een film hadden kunnen kijken.
Dat gedoe met youtube gaat gauw vervelen.

Reinhard belt me. Alles goed, vraagt hij. Alles goed? Wat moet een mens daar op antwoorden. Met Snijders: 'op een ochtend wordt de wereld wakker en haar plaaggeesten zijn verdwenen, de mensen zijn weg.' (elk stukje van Snijders heeft meer van dit soort zinnen: 'opluchting. Niet meer alleen.')
En hoe het met Brainbox zit... Reinhard wil weten hoe het Brainbox zit, ha ha ha. Hoe het met Brainbox zit. Straks is er een pannekoekenfeest, zeg ik. (Reinhard schatert) De fuif van gisteravond werd wat we dachten of in elk geval wat we verwacht hadden terwijl we natuurlijk net zo goed wisten dat je geen verwachting hebben moet. Zit je toch maar nodeloos te piekeren.

Gisteren kwamen Daniëlle en Annelouk een kijkje nemen. Lieve, het zusje van Annelouk, lag veilig opgeborgen in een wagentje. Straks zitten ze in Australië, de hele familie. Daniëlle heeft een zus die in Adelaide woont. Volgende week is er een afspraak met Stefaan en Steffie. Uitzoeken hoe ze unit 7 aanpakken. Daniëlle in het withete zonlicht aan de zuidkust van Australië, Steffie en Stefaan in de frigobox van de witte ruimte. Daniëlle werkt wel vaker op die manier. Na Australië heeft ze een afspraak in Groningen met kunstenaars die op dat moment een project in Ijsland hebben. Long distance. We keken naar filmpjes van Barbapapa en beertje Collargol, Annelouk is er gek op. Daniëlle is er mee opgegroeid. Bart en schrijver dezes zijn van de generatie van Kapitein Zeppos. Later is er beertje Collargol van Jiskefet. Vraagt Annelouk zich af wat dat vuur daar hangt te doen. 'Het zit aan elkaar vast,' besluit ze. Het dak en het vuur.

Het recept heb ik van m'n grootmoeder. Meel is het basisingrediënt. Wat voor soort meel je gebruikt, doet er eigenlijk niet toe. Zelfrijzende bloem, tarwe, spelt of boekweitmeel, het eindresultaat is een sluier van deeg die zo dun is dat een zucht volstaat, het smelt op de tong.
Het hele idee is dat je het deeg zo dun en consistent maakt dat het op dik water lijkt. Mijn ervaring met pannekoekendeeg is dat je het zo waterig kan maken als je maar wil, zolang je er maar voor zorgt dat het binnenin dik en elastisch blijft.
Zout, gesmolten boter, vanille of suiker, het eigeel van minstens 3 eieren (hangt van de hoeveelheid meel af), alles traag dooreen mengen. Het is belangrijk dat het traag en snel gebeurt. De specie traag dooreen mengen, traag maar met een snelle beweging, daar gaat het om. De boter en het eigeel maken het deeg gladder. Breng het deeg op smaak met een vlok kaneel, eetlepel. Klop het eiwit op tot het stijf staat als sneeuw. Roer het eiwit door het deeg zonder het deeg aan te raken.

We staren naar de houtkachel. Bart had alles bij wat we nodig hebben. Judith springt binnen, wat later Melanie. Els en Ide komen er bij zitten. Het wordt een trage dag, we kijken naar Playtime van Jacques Tati en drinken koffie. Jan springt binnen.